20 jaar bestaan reeks: Ñapa artikel 6

 

Meldplicht witwastransacties, hoe ver gaat het?

Steeds meer en meer dienstverleners zijn verplicht geworden om melding te maken van ongebruikelijke transacties die mogelijk te maken hebben met witwassen en/of het financieren van terrorisme. Hoe ver gaan we daarin, wat heeft het tot doel en wat te denken van alle kosten die het melden met zich meebrengt?

 

Historie
Sinds 1996 op Aruba en sinds 1997 op Curaçao en St. Maarten is de Landsverordening Melding Ongebruikelijke Transacties en de Landsverordening identificatie bij dienstverlening van kracht. Na een grote wetswijziging 1 juni 2011 op Aruba, is daarbij ook de naam gewijzigd in Landsverordening voorkoming en bestrijding witwassen en terrorismefinanciering waarin beide landsverordeningen zijn samengevoegd. Die samenvoeging is in lijn met (Caraïbisch) Nederland. Het is overigens vooralsnog niet in de planning dat deze op Curaçao en St. Maarten ook worden samengevoegd

De kern van deze Landsverordeningen is dat er verplichtingen worden gesteld aan diverse (financiële) dienstverleners de identificatie en verificatie van cliënten en het melden van ongebruikelijke transacties aan de Financial Intelligence Unit ( FIU). of zoals het tot voor kort heette het Meldpunt Ongebruikelijke Transacties (MOT).

 

In 2010 werd de verplichting voor identificatie/verificatie en melding aan de FIU/ MOT uitgebreid naar niet-financiële dienstverleners. Waar tot 2010 de verplichting gold voor onder andere de lokale en off-shore banken, trustkantoren, beleggingsinstellingen, kredietverenigingen, spaarbanken, geldtransactiebedrijven (‘Money Remitters’), casino’s, de Centrale Bank, creditcardbedrijven en verzekeringsmaatschappijen ging deze verplichting na 2010 ook gelden voor de niet-financiële instellingen.

 

Sinds die wijziging vallen ook leveranciers van factoring en “financial lease” diensten, autodealers, handelaars in edele metalen, edelstenen en juwelen (juweliers), advocaten, juridische adviseurs, (kandidaat) notarissen, kandidaat-notarissen, accountants (AA, RA) en belastingadviseurs, vastgoedmakelaars en administratiekantoren onder deze verplichting.

 

Op Aruba vallen sindsdien tevens de ondernemingspensioenfondsen, Incassobureau, verzekeringsbemiddelaars (brokers), pandhuizen, Compra y Benta en factoringbedrijven onder de meldplicht.

 

In 2015 werden op Curaçao de handelaren in bouw- en bouwmaterialen toegevoegd aan deze niet-financiële dienstverleners.

Internationaal
Gelet de internationale verplichtingen is dit een logische ontwikkeling. Enerzijds worden die beroepsgroepen gewoon aangewezen als zijnde groepen die onder die verplichting moeten worden gebracht, anderzijds is er een wereldwijd aandachtspunt dat je als land moet beoordelen wat de grootste witwas/terrorisme financiering risico’s (sectoren) in het land zijn. Hiermee zal je als land dus moeten nagaan, welke sectoren gevoelig kunnen zijn voor witwassen en terrorisme financiering. Op grond daarvan zijn op Curaçao de bouwmarkten toegevoegd aangezien een witwas typologie is om met crimineel verkregen geld een huis te bouwen en eventueel te verkopen. Door bouwmarkten toe te voegen, krijgt een land zicht op die geldstroom. Op Aruba is op basis van de “country risk assessment” beoordeeld dat de geconstateerde risico’s gedekt worden door de huidige melders.

Het aanwijzen van de niet financiële groepen is ook een te verklaren ontwikkeling. Het witwassen van geld bestaat uit minimaal een 3-tal fases. Traditioneel was de focus op de eerste fase, de plaatsingsfase, waarbij getracht werd het contante geld in het financiële verkeer te brengen. Om die reden werden de banken, casino’s etc. aangewezen. Nu die mogelijkheden steeds moeilijker worden en de criminelen andere technieken bedenken, worden de groepen die ondersteunend kunnen zijn in de tweede witwasfase, de versluieringsfase, ook de verplichting opgelegd.
Hierbij valt te denken aan notarissen, advocaten, accountants en (belasting)adviseurs die kunnen assisteren bij het opzetten van structuren om witwasconstructies / gelden te verhullen.

Verdere ontwikkelingen

Op basis van de Europese richtlijnen worden ook de verhuurdiensten (verhuurmakelaars onroerende zaken) en de volledige kansspelensector onder de meldplicht gebracht. Eerder waren al ALLE handelaren in grote waarden onder de meldplicht gebracht indien de transactie een bepaald bedrag te boven gaat. Op Curaçao zou dat dus kunnen betekenen dat ook boothandelaren, kunsthandelaren, handelaren in andere luxe goederen onder de meldplicht kunnen komen, zonder ieder sector aan te wijzen. Deze groep valt reeds sinds 2011 onder de meldplicht op Aruba.

 

Daarnaast is er een wereldwijde trend dat corruptie steeds harder moet worden aangepakt. De focus zal dus ook op de groepen zijn die dergelijke transacties ondersteunen. Deze ontwikkeling is ook in gang gezet door onder andere de Panama papers.

Conclusie:
De strijd tegen witwassen en financiering van terrorisme is ter bescherming van onze financiële stelsels zowel als bescherming van onze jurisdicties. Wat van belang is dat we ook aandacht blijven besteden aan de effectiviteit van de regels. Het is van belang dat we blijven kijken naar de differentiatie van verschillende typen ondernemingen, hun mogelijkheden en informatiepositie. Denk daarbij aan een verkoop van een onderneming. Hierbij kunnen verschillende potentiele melders betrokken zijn, zoals de accountant en advocaat van verkoper, de accountant en de advocaat en de bank van koper en de notaris indien die de levering van de aandelen verzorgt. De meldplicht zal het inzicht vergroten voor de overheid (criminaliteitsbestrijding), maar brengt uiteraard ook financiële kosten met zich mee voor de particuliere sector.

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *